Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [30]De pilaren derzelve maakte hij [van] zilver, haar [31]vloer [van] goud, haar [32]gehemelte [van] purper; het binnenste was [33]bespreid met de liefde van de dochteren van Jeruzalem. 30. Door de pilaren of kolommen wordt de standvastigheid betekend, Openb.3:12, en door de pilaren van zilver kan men hier verstaan de getrouwe herders der kerk, doch inzonderheid de profeten en apostelen. Zie Gal.2:9. 31. Of, bodem, grond, onderlaag; anders: stoel; te weten, waarop Salomo zat in zijne koets. Christus, die de grondslag of het fondament zijner kerk is, wordt terecht bij goud vergeleken, maar de pilaren bij zilver. Zie 1 Kor.3:11; Openb.21:21. 32. Versta bij dit gehemelte de koninklijke bescherming Gods over zijne kerk. 33. Of, geplaveid, gevloerd, of bezet met lieflijkheid, of geplaveid met liefde; dat is, lieflijk gewrocht, te weten, met lieflijke beelden of schone figuren geborduurd, of kunstiglijk met de naald gewrocht van de dochteren van Jeruzalem. Anders: ontstoken. Naar de geestelijke beduiding kan men hier door de liefde verstaan die innerlijke liefde, die God zijnen kinderen toedraagt, gevende zijnen Zoon voor het leven derzelve, mitsgaders die liefde, die wij God en onzen naasten toedragen; want wij kunnen God niet liefhebben, of Hij moet ons eerst zijne liefde bewijzen; 1 Joh.4:10. Sommigen verstaan vs.9,10 als ene beschrijving van de hemelse heerlijkheid.